Doorgaan naar hoofdcontent

Liedboekpassie

Een van de eerste dingen die ik normaal gesproken doe als ik een vreemde kerk bezoek, is kijken of er ergens een liedboek ligt wat ik door kan bladeren. Even kijken of er liederen in staan die ik ken, en proberen uit het repertoire iets van de kerkelijke kleur af te leiden. Deze maand kan ik wat mijn passie (danwel manie) voor liedboeken betreft mijn hart ophalen: in de katholieke bundel Gotteslob begin ik al een beetje thuis te raken en we hebben ook al verschillende kerken van andere denominaties (dus met andere liedboeken) bezocht.

Afgelopen zondag heb ik met mijn Engelse groepsgenoot de dienst bijgewoond in de Evangelisch-Methodistische kerk. In hun liedboek ontdekte ik onder andere twee liederen van een Duitse kerklied-dichter waar ik fan van ben. Na de dienst gauw gauw foto's gemaakt met mijn smartphone - ideaal ding is dat toch als er geen kopieerapparaat in de buurt is...

Een kleine quiz: wie weet de Nederlandse titels van de onderstaande beginstrofen van drie liederen ? Een paar hints: de eerste is van die Duitse dichter, de tweede is van oorsprong Engels en de derde van een in katholiek Duitsland populaire Nederlandse dichter (in Gotteslob heb ik al minstens vijf liederen van hem ontdekt). En alledrie staan ze in het Nederlands in 'ons' Liedboek 2013! 

1.
Ich gehöre dazu
Zu den Dränglern und Rufern
Dass doch Gott sich erhebe
Mit der Macht seines Zorns
Und ich hoffe verzagt
Dass ein Herrlicher stünde
Dass ein Großer sich zeige
Vor der seufzenden Welt...

2.
Aus der Zwiebel wird die Blume
Aus der Samenkorn ein Baum
Im Kokons verbleibt die Hoffnung
Schmetterlinge frei im Raum
Und im Schnee und Eis des Winters
Träumt der Frühling seinen Traum
Unentdeckt bis seine Zeit kommt
Gott allein gibt ihm Raum...

3.
Herr, unser Herr, wie bist du zugegen
Und wie unsagbar nah bei uns
Allzeit bist du um uns in Sorge
In deiner Liebe birgst du uns...

Ik ben benieuwd!
Inmiddels is de week aangebroken dat we alles voor het laatst doen. De maand is zo snel gegaan! Gisteren heb ik nog genoten van een middag buiten de stad met een goede vriend die op bezoek kwam, morgenavond zijn we nog uitgenodigd om  eersterang te zitten bij een concert in de Dom, en dan vrijdagavond opruimen en inpakken... Vanmorgen heb ik echter ook nog iets voor het eerst gedaan, namelijk mijn eerste rondleiding in het Engels!

Reacties

  1. die eerste daar kom ik maar niet op .... maar de tweede en de derde die weet ik!! ik zal niets verklappen. wie volgt.....
    Corry

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

      Verwijderen
    2. De eerste weet je ook wel, jullie hebben hem in de passie gezongen!

      Verwijderen
    3. Hebbes!! Dank voor de tip, opeens was ie daar in m'n hoofd tijdens het ophangen van de was.

      Verwijderen
  2. De eerste en de derde! De tweede herken ik niet direct.
    Ik zal verklappen dat mijn vermoeden is dat de eerste niet lang geleden vertaald is. Dus niet 100 jaar geleden maar bijvoorbeeld 10.
    Wat een leuk spel!
    Thea

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik geloof dat de eerste idd nog niet lang in het NL vertaald is, volgens mij in de aanloop naar het Liedboek 2013. Leuk al jullie reacties, ook via FB!

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Een grote rode boerenzakdoek - bij het overlijden van Nico ter Linden

Nee, dit is geen zakdoek uit verdriet - of misschien ook een beetje wel, stiekem, want hij was voor mij zo'n mens waarvan je je niet kunt voorstellen dat hij ooit voorbijgaat. Ik was een jaar of vijftien en Nico ter Linden kwam naar Houten. Als echte fan moest ik daar natuurlijk bij zijn, en als echte BN'er was hij in het echt natuurlijk een stuk kleiner dan ik me had voorgesteld. Van wat hij vertelde die avond weet ik weinig meer. Wel nog dat hij van tijd tot tijd zonder enige schaamte zijn grote rode boerenzakdoek tevoorschijn haalde om zijn neus te snuiten. Daarna borg hij de zakdoek weer op, keek de zaal eens rond en vertelde verder. Niemand had de tijd om het hilarisch te vinden, en binnen een paar seconden had hij ons weer mee teruggevoerd naar de wereld van de aartsvaders. Ik was een jaar of twaalf en ik zat vol met vragen. Mijn moeder gaf me een boek met de gebundelde columns van Nico ter Linden, Kostgangers. Ik las dat geloof en ongeloof bij elkaar horen, 'al

Wie ben ik dan?

Wat een verhalen, gisteravond. De huiskamer van de pastorie in Cothen was overvol - mensen die allemaal op de een of andere manier in hum omgeving te maken hebben met dementie, en ik mocht met hen het gesprek aangaan. Los van mijn rol als stagiaire en gespreksleider en alles wat ik daarin al dan niet nog te leren heb, was ik vooral onder de indruk van al die verhalen. Gespreksavond in Cothen Wie ben je nog als je dement wordt? Je bent niet meer wie je was, in ieder geval. Je kunt niet meer wat je vroeger wel kon: helder redeneren, autorijden, koken (al weten misschien je handen nog veel langer dan je hoofd hoe je de aardappels moet schillen). Je karakter kan veranderen. De rol die je inneemt in je gezin en in de maatschappij verandert: opa of oma, partner, moeder, vader - dat blijf je, maar je wordt ook steeds meer 'patiƫnt'. Je verandert, en dat kan snel gaan. Al die verhalen over verandering deden me ook weer denken aan mijn eigen oma, inmiddels overleden

De stilte die volgt op een slotnoot

Pinksteren in de Lutherse kerk, Utrecht, en tevens het 400-jarig bestaan van de gemeente. Een feestelijke dienst, waar ik met het Vocaal Theologen Ensemble in mee mag zingen. Ik vind het een voorrecht. Een voorrecht om de koperblazers letterlijk te voelen trillen in je buik, omdat je er met je neus bovenop staat, en een voorrecht om de stilte te horen, strak van de spanning, die volgt op de slotnoot van een extra indrukwekkend stuk. We hebben een motet van componist Hans Jansen gezongen, een zing-sprekende vertolking van het pinksterverhaal. Het motet eindigt met een bed van spannende ondertonen waar de sopranen hun hoge e als het ware in kunnen leggen. Het laatste akkoord houdt acht, tien, twaalf tellen aan; de dirigent strekt haar arm verder en nog verder uit, slaat ons af, en dan is het stil. Over stilte kun je haast niet schrijven. We hebben geleerd om na een slotnoot de aandacht nog vast te houden, door niet te rommelen in onze papieren, niet te bewegen, zelfs niet zichtb