Een leuke manier om in een iets meer of iets minder christelijke groep iemand snel te leren kennen, is door te vragen naar zijn of haar favoriete Bijbelverhaal (en laat diegene dan vooral ook het verhaal in eigen woorden navertellen - de accenten die gelegd worden en stukjes die worden weggelaten of juist toegevoegd zeggen zo mogelijk nog meer over wie iemand is). Mijn eigen antwoord wil nogal eens wisselen. In de afgelopen weken kreeg ik de vraag tweemaal, en zei ik: het verhaal van Zacheüs.
Ik vertel het verhaal als volgt: een man die zich aan de rand van de samenleving bevindt (omdat hij bekend staat als fraudeur), hoort dat Jezus in de stad is. Hij wil Jezus zien, maar zelf niet gezien worden, daarom klimt hij in een boom en verstopt zich tussen de bladeren. Jezus kijkt omhoog, ziet Zacheüs, noemt hem bij zijn naam en nodigt zichzelf bij hem thuis uit. Waarom? Omdat Jezus juist een 'voorkeursoptie' leek te hebben voor die mensen 'aan de rand'.
Aan de rand van wat?
Ik was zelf een Zacheüs, en dat ben ik soms nog.
Mijn zoeken en twijfelen ervaar ik wel eens als een zwakte.
"Waar ligt je hart, als theoloog?" - die vraag werd me door een docent gesteld naar aanleiding van al mijn openheid.
Dat laatste weet ik eigenlijk best. Immers:
"Alleen
iemand die 'zijn naam kent' - zijn geheim kent - kan Zacheüs aanspreken. Iemand
voor wie dit mensentype niet vreemd is, iemand die de complexe redenen voor
zijn verlegenheid kan navoelen. Wellicht kan alleen iemand die zelf ooit een
Zacheüs was en tot op zekere hoogte nog steeds is, zich werkelijk inleven in de
Zacheüssen van onze tijd."**
Zo heeft deze Zacheüs nog een missie ook...
* Tomáš Halík, Geduld met God. Twijfel als brug tussen geloven en niet-geloven. Zoetermeer: Boekencentrum, 2014, p. 34.
** Ibid. p. 23.
Reacties
Een reactie posten