Doorgaan naar hoofdcontent

Ik, Zacheüs

Een leuke manier om in een iets meer of iets minder christelijke groep iemand snel te leren kennen, is door te vragen naar zijn of haar favoriete Bijbelverhaal (en laat diegene dan vooral ook het verhaal in eigen woorden navertellen - de accenten die gelegd worden en stukjes die worden weggelaten of juist toegevoegd zeggen zo mogelijk nog meer over wie iemand is). Mijn eigen antwoord wil nogal eens wisselen. In de afgelopen weken kreeg ik de vraag tweemaal, en zei ik: het verhaal van Zacheüs. 

Ik vertel het verhaal als volgt: een man die zich aan de rand van de samenleving bevindt (omdat hij bekend staat als fraudeur), hoort dat Jezus in de stad is. Hij wil Jezus zien, maar zelf niet gezien worden, daarom klimt hij in een boom en verstopt zich tussen de bladeren. Jezus kijkt omhoog, ziet Zacheüs, noemt hem bij zijn naam en nodigt zichzelf bij hem thuis uit. Waarom? Omdat Jezus juist een 'voorkeursoptie' leek te hebben voor die mensen 'aan de rand'. 

Aan de rand van wat?

Het boek Geduld met God van de Tsjechische theoloog Tomáš Halík bracht me Zacheüs op het spoor. In dit boek maakt hij Zacheüs tot symbool voor de mens aan de rand van de kerk. Hij roept de kerk op om omhoog te kijken naar alle Zacheüssen die zich verstopt hebben en hen 'bij hun naam te noemen' - met hen in gesprek te gaan, van hen te leren (want "Is het niet juist een nieuwe, opwindende, nodige en nuttige religieuze ervaring om inzicht te krijgen in hoe zoekende, twijfelende en vragende mensen God waarnemen?")* en hen een begrijpende nabijheid te bieden.


Ik was zelf een Zacheüs, en dat ben ik soms nog. 
Mijn zoeken en twijfelen ervaar ik wel eens als een zwakte. 
"Waar ligt je hart, als theoloog?" - die vraag werd me door een docent gesteld naar aanleiding van al mijn openheid. 

Dat laatste weet ik eigenlijk best. Immers: 

"Alleen iemand die 'zijn naam kent' - zijn geheim kent - kan Zacheüs aanspreken. Iemand voor wie dit mensentype niet vreemd is, iemand die de complexe redenen voor zijn verlegenheid kan navoelen. Wellicht kan alleen iemand die zelf ooit een Zacheüs was en tot op zekere hoogte nog steeds is, zich werkelijk inleven in de Zacheüssen van onze tijd."** 

Zo heeft deze Zacheüs nog een missie ook...


* Tomáš Halík, Geduld met God. Twijfel als brug tussen geloven en niet-geloven. Zoetermeer: Boekencentrum, 2014, p. 34.
** Ibid. p. 23.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een grote rode boerenzakdoek - bij het overlijden van Nico ter Linden

Nee, dit is geen zakdoek uit verdriet - of misschien ook een beetje wel, stiekem, want hij was voor mij zo'n mens waarvan je je niet kunt voorstellen dat hij ooit voorbijgaat. Ik was een jaar of vijftien en Nico ter Linden kwam naar Houten. Als echte fan moest ik daar natuurlijk bij zijn, en als echte BN'er was hij in het echt natuurlijk een stuk kleiner dan ik me had voorgesteld. Van wat hij vertelde die avond weet ik weinig meer. Wel nog dat hij van tijd tot tijd zonder enige schaamte zijn grote rode boerenzakdoek tevoorschijn haalde om zijn neus te snuiten. Daarna borg hij de zakdoek weer op, keek de zaal eens rond en vertelde verder. Niemand had de tijd om het hilarisch te vinden, en binnen een paar seconden had hij ons weer mee teruggevoerd naar de wereld van de aartsvaders. Ik was een jaar of twaalf en ik zat vol met vragen. Mijn moeder gaf me een boek met de gebundelde columns van Nico ter Linden, Kostgangers. Ik las dat geloof en ongeloof bij elkaar horen, 'al

De stilte die volgt op een slotnoot

Pinksteren in de Lutherse kerk, Utrecht, en tevens het 400-jarig bestaan van de gemeente. Een feestelijke dienst, waar ik met het Vocaal Theologen Ensemble in mee mag zingen. Ik vind het een voorrecht. Een voorrecht om de koperblazers letterlijk te voelen trillen in je buik, omdat je er met je neus bovenop staat, en een voorrecht om de stilte te horen, strak van de spanning, die volgt op de slotnoot van een extra indrukwekkend stuk. We hebben een motet van componist Hans Jansen gezongen, een zing-sprekende vertolking van het pinksterverhaal. Het motet eindigt met een bed van spannende ondertonen waar de sopranen hun hoge e als het ware in kunnen leggen. Het laatste akkoord houdt acht, tien, twaalf tellen aan; de dirigent strekt haar arm verder en nog verder uit, slaat ons af, en dan is het stil. Over stilte kun je haast niet schrijven. We hebben geleerd om na een slotnoot de aandacht nog vast te houden, door niet te rommelen in onze papieren, niet te bewegen, zelfs niet zichtb

Bericht uit een Londense suburb

Van 28 mei t/m 13 juni verblijf ik in Londen, in het kader van mijn onderzoek naar nieuwe vormen van kerk-zijn en liturgie. Twee weken ogen en oren open, Fresh Expressions bezoeken, vragen stellen en inspiratie opdoen - dat is waar ik op hoop! Gisteravond bezocht ik voor het eerst Café Church in West-Ealing . Hun verhaal op de Fresh Expressions website lees je hier .    Daar zit ik, meegetroond naar de pub. Natuurlijk, welkom in Londen. Nog een beetje beduusd van het enthousiasme van de mensen die me naar afloop van de kerkdienst mee vroegen, en net zo beduusd van mijn eigen enthousiasme om zomaar ja te zeggen. Een lawaaiige straat met mensen van allerlei nationaliteiten, opdringerige uithangborden in vreemde talen en haastige dubbeldekkerbussen die voor mijn gevoel  uit het niets van de verkeerde kant van de straat aan komen rijden; een al even lawaaiige pub. Hier zit ik, verwikkeld in  een bizar, dan weer eerlijk en open en theologisch uitdagend, en dan weer verwarrend en onnavo