Doorgaan naar hoofdcontent

De stilte die volgt op een slotnoot

Pinksteren in de Lutherse kerk, Utrecht, en tevens het 400-jarig bestaan van de gemeente. Een feestelijke dienst, waar ik met het Vocaal Theologen Ensemble in mee mag zingen. Ik vind het een voorrecht. Een voorrecht om de koperblazers letterlijk te voelen trillen in je buik, omdat je er met je neus bovenop staat, en een voorrecht om de stilte te horen, strak van de spanning, die volgt op de slotnoot van een extra indrukwekkend stuk.
We hebben een motet van componist Hans Jansen gezongen, een zing-sprekende vertolking van het pinksterverhaal. Het motet eindigt met een bed van spannende ondertonen waar de sopranen hun hoge e als het ware in kunnen leggen. Het laatste akkoord houdt acht, tien, twaalf tellen aan; de dirigent strekt haar arm verder en nog verder uit, slaat ons af,

en dan is het stil.
Over stilte kun je haast niet schrijven.
We hebben geleerd om na een slotnoot de aandacht nog vast te houden, door niet te rommelen in onze papieren, niet te bewegen, zelfs niet zichtbaar ontspannen uit te ademen, maar nog een paar seconden in zanghouding te blijven staan, onze ogen op de dirigent gericht. Dan creëer je een stilte die echoot van concentratie.
We hebben geleerd dat zulke details ertoe doen. Nico ter Linden vergeleek een kerkdienst eens met een mooi diner:
(…) gastvrouw en gastheer zijn zich van hun rol en taak bewust, hun gasten voelen zich welkom, het menu is met goede smaak samengesteld, de bloemen zijn met liefde geschikt, er is een verzorgde menukaart, de verlichting is subtiel, de tafelschikking weloverwogen. Er is urenlang in de keuken aan de gerechten gewerkt, dat kan niet anders, de woorden van welkom zijn welgekozen, ze komen uit het hart. Hier zit een cultuur achter, dat zie je, dat voel je, dat proef je, dat ruik je.[1]
Ikzelf heb gemerkt dat ik me meer aangesproken voel door een dienst als blijkt dat er zorgvuldig over de woordkeuze, de muziek en de logistieke organisatie is nagedacht. Dat schept een sfeer. Het is net als bij een mooie roman; spelfouten en kromme vertalingen leiden af bij het lezen.
Tegelijkertijd vraag ik me af of mijn aandacht voor details soms niet overdreven is. Daar draait het toch niet om? Bestaat bovendien niet het gevaar dat een dienst waarbij elk woord en elk gebaar van tevoren vastligt te onpersoonlijk wordt?
En toch. “Wie de kansel opgaat, moet weten dat hij theater gaat maken”, schreef diezelfde Nico ter Linden.[2] Een mooi beeld; de kerkdienst als heilig theater, dat de voorwaarden moet scheppen voor beleving en inspiratie. Ook in het theater is vaak elk gebaar, iedere muzieknoot en elke stilte zorgvuldig geregisseerd, opdat uiteindelijk het verhaal zo goed mogelijk over het voetlicht komt. En het Grote Verhaal voor het voetlicht brengen, is dat ook niet precies waar het in een kerkdienst om draait?   




[1] Nico ter Linde, Alleen maar vrije tijd. Een dominee over zijn vak. Amsterdam, 2010, blz. 29-30
[2] idem, blz. 30

Reacties

  1. Ik ben het ook helemaal eens met je vergelijking met een kerkdienst en een zorgvuldig bereide maaltijd. Daarom houd ik niet van mensen die te snel eten of van diensten die er doorheen gejaagd worden... Ook een gepsrek en aandacht voor elkaar is onderdeel van een maaltijd, zoals afwisseling en een goede mix tussen ernst en losheid een concert net wat meer geeft. In een dienst probeer ik die afwisseling er ook in te brengen: ernst en losheid, goed voorbereide onderdelen en gebeden die juist weer helemaal vrij zijn...

    Pieter M.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Daarin heb je natuurlijk gelijk; afwisseling is belangrijk, je moet als kerkganger de concentratie ook af en toe even los kunnen laten, zeker als de dienst wat langer duurt!

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Gedachten bij thuiskomst van het LMF

Bestaat er zoiets als missionaire liturgie?  Met die vraag kwam ik afgelopen zaterdag thuis van het Landelijk Missionair Festival. Twee mogelijke antwoorden had ik gehoord, zo verschillend als water en vuur.  1. Kliederig, knoeierig, rommelig, chaotisch (en zo nog een stuk of vijf bijvoeglijke naamwoorden die door de simultaan-vertaler bedacht werden voor het woord 'messy'): dat is wat liturgie moet zijn volgens Lucy Moore. Zij is voortrekker van Messy Church , een nieuwe vorm van kerk-zijn die in Nederland navolging krijgt onder de noemer Kliederkerk . Geen kinderkerk, maar diensten voor jong en oud sámen, waar je niet hoeft stil te zitten maar creatief bezig bent, waar je niet niet alleen luistert maar actief meedoet in de viering, en samen een maaltijd deelt. Je hoeft niet perfect te zijn, niet in een keurslijf te passen om erbij te horen in de kerk. De kerkdienst is heilige chaos, zoals Gods Geest zelf chaotisch is en vreemde wegen gaat. En wat te denken van Jez...

Vasten: oefenen in levenskunst?

N.B. Onderstaand blogbericht is een anders-dan-anders-bericht. Het is namelijk een blogbericht in opdracht. Als toekomstige dominee word ik geacht te oefenen in digitaal communiceren en het aanzwengelen van discussie. Dat betekent dat ik nog-meer-dan-anders blij ben met reacties, of ze nu kritisch, instemmend, meedenkend, tegendenkend of wat dan ook van aard zijn! Nog anderhalve week en ik mag weer: e -mail en Facebook checken zo vaak ik wil. Ik hoef niet meer vijf keer per dag de verleiding te weerstaan om éven online te gaan, ik hoef niet meer nutteloos uit het raam te staren tijdens de treinreis van en naar college (hoewel dat eigenlijk wel lekker is) en niet meer één moment in te plannen om mails te beantwoorden (hoewel dat eigenlijk wel lekker rustig is). Over anderhalve week is het Pasen. Dan is de veertigdagentijd voorbij, en daarmee ook mijn eigen invulling van deze periode als vastentijd: maximaal twee keer per dag inloggen op mijn e-mailaccount en Facebook. "Dat...